1 op 5 werkenden rond Amsterdam in bedrijfseconomisch beroep

In en rond Amsterdam woonden in 2020 relatief veel werkenden met een bedrijfseconomisch of administratief beroep. In het zuidoostelijk deel van Noord-Brabant waren beroepen in techniek en ICT oververtegenwoordigd, in en rond Nijmegen en Groningen waren dat zorg- en welzijnsberoepen. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over beroepsklassen per regio.


1 op 5 werkenden rond Amsterdam in bedrijfseconomisch beroep


Het CBS onderscheidt bijna 440 beroepen, die zijn ondergebracht in beroepsklassen. De grootste beroepsklassen zijn de bedrijfseconomische en administratieve beroepen, de technische beroepen en zorg- en welzijnsberoepen. Bijna de helft van alle werknemers en zelfstandigen van 15 tot 75 jaar had een beroep in een van deze beroepsklassen. Door de aanwezigheid van grote werkgevers zoals universiteiten en bedrijvigheid daaromheen, zijn beroepsklassen niet evenredig over Nederland verdeeld.

Bedrijfseconomisch en administratief vaakst in Amsterdam en Zuid-Holland Centraal
In 2020 had 18,8 procent van de werkenden in Nederland een bedrijfseconomisch of administratief beroep. Daaronder vallen onder meer administratief, logistiek of boekhoudkundig medewerkers, bedrijfskundigen, organisatieadviseurs, zakelijke dienstverleners, accountants, specialisten personeel en organisatie en (directie)secretaressen. In de arbeidsmarktregio’s Groot-Amsterdam en Zuid-Holland Centraal (rondom Zoetermeer) komen deze beroepen vaker voor, bij respectievelijk 22,1 en 21,5 procent van de werkzame beroepsbevolking in die regio’s. In Drenthe (15,6 procent) en Twente (15,4 procent) is deze beroepsklasse het minst vertegenwoordigd.
Techniek en ICT vaakst in Zuidoost-Brabant
Werkenden uit de beroepsklassen techniek en ICT maakten in 2020 landelijk 18,5 procent van de werkzame beroepsbevolking uit. Regionale uitschieters bij deze beroepen zijn de arbeidsmarktregio’s Zuidoost-Brabant (21,9 procent) en Helmond-De Peel (21,3 procent). In deze regio’s hebben de gemeenten Eindhoven (23,3 procent) en Bergeijk (22,3) het hoogste aandeel technici en ICT’ers. In Groot-Amsterdam (15,8 procent) en Gooi en Vechtstreek (16,7 procent) zijn deze beroepsklassen het minst vertegenwoordigd.

Zorg en welzijn vaakst in Groningen en Nijmegen
In de beroepsklasse zorg en welzijn werkte 14,6 procent van alle werkenden in 2020. Er wonen relatief veel mensen met een zorg- en welzijnsberoep in Rijk van Nijmegen (18,3 procent) en Groningen (17,1 procent). Binnen deze arbeidsmarktregio’s hebben de gemeenten Nijmegen (19,3 procent) en Berg en Dal (18,4 procent), en de gemeenten Assen (19,7 procent) en Aa en Hunze (18,3 procent) de meeste werkenden met een zorg- en welzijnsberoep in hun werkende bevolking. De laagste aandelen werkenden in deze beroepsklasse zijn te vinden in Haaglanden (13,0 procent) en Groot-Amsterdam (11,6 procent).

Openbaar bestuur vaakst in Zuid-Holland Centraal
3,6 procent van de werkzame beroepsbevolking werkt in het openbaar bestuur. In deze beroepsklasse zijn grote regionale verschillen te zien. In Zuid-Holland Centraal was dit beroepenaandeel het hoogst met 5,4 procent, in de Achterhoek was het ongeveer de helft kleiner, met 2,6 procent.
CBS