Rapportage Integratie en Samenleven 2022

De Rapportage Integratie en Samenleven 2022 beschrijft hoe verschillende herkomstgroepen zich verhouden tot het gemiddelde van de totale Nederlandse bevolking. Voor de verschillende herkomstgroepen in de Nederlandse samenleving wordt aan de hand van diverse thema’s in beeld gebracht wat de verschillen en overeenkomsten zijn ten opzichte van het gemiddelde van de totale Nederlandse bevolking. De thema’s die hierbij aan bod komen zijn: bevolking, wonen, onderwijs, arbeidsmarkt, sociale zekerheid, inkomen, criminaliteit, gezondheid en maatschappelijke participatie.


Rapportage Integratie en Samenleven 2022

De Rapportage Integratie en Samenleven 2022 beschrijft hoe verschillende herkomstgroepen zich verhouden tot het gemiddelde van de totale Nederlandse bevolking. Voor de verschillende herkomstgroepen in de Nederlandse samenleving wordt aan de hand van diverse thema’s in beeld gebracht wat de verschillen en overeenkomsten zijn ten opzichte van het gemiddelde van de totale Nederlandse bevolking. De thema’s die hierbij aan bod komen zijn: bevolking, wonen, onderwijs, arbeidsmarkt, sociale zekerheid, inkomen, criminaliteit, gezondheid en maatschappelijke participatie.
De Rapportage Integratie en Samenleven 2022 beschrijft hoe verschillende herkomstgroepen zich verhouden tot het gemiddelde van de totale Nederlandse bevolking.

Bevolkingsgroei door immigratie
De afgelopen vijf jaar groeide de Nederlandse bevolking vooral door immigratie. Tussen 1 januari 2017 en 1 januari 2022 nam het aantal inwoners van Nederland met 509 duizend toe. Van deze groei was bijna 90 procent het gevolg van internationale migratie: het aantal immigranten was met 1,2 miljoen hoger dan het aantal emigranten (770 duizend). Na een daling in het migratiesaldo in 2020 vanwege de coronapandemie kwam het migratiesaldo in 2021 weer op het niveau van topjaar 2019. De overige bevolkingsgroei komt voort uit natuurlijke aanwas: geboorten minus sterfte. Deze natuurlijke aanwas kende in 2020, vanwege een hoog aantal sterfgevallen door corona, een historisch laag niveau (geboorten en overlijdens hielden elkaar in evenwicht). Ook in 2021 is de natuurlijke aanwas nog lager dan in 2019.

Aandeel geregistreerde verdachten daalt bij alle generaties en herkomstgroepen
Het aandeel verdachten onder de Nederlandse bevolking nam de afgelopen 16 jaar met bijna 60 procent af. In 2005 was 1,9 procent van de bevolking verdacht van een misdrijf, in 2021 was dat 0,8 procent. Bij alle generaties en herkomstgroepen neemt het percentage geregistreerde verdachten van misdrijven sinds 2005 af. Onder migranten daalt het aandeel verdachten van 3,3 procent in 2005 tot 1,1 procent in 2021. Onder de tweede generatie is het aandeel verdachten het hoogst; 2,9 procent in 2021. Dat is 57 procent lager dan in 2005, toen het aandeel verdachten in deze groep nog 6,8 procent was. Het aandeel verdachten is hoger bij de tweede generatie met twee in het buitenland geboren ouders (3,4 procent), dan bij de tweede generatie met één in het buitenland geboren ouder (1,2 procent).

Werkloosheid migranten ook na coronajaar gestegen
De werkloosheid onder migranten is in 2021 verder toegenomen. Bij de in Nederland geboren beroepsbevolking nam deze juist weer af, na een stijging in het coronajaar 2020. Daardoor is het verschil in werkloosheidspercentage tussen migranten (die in het buitenland geboren zijn) en in Nederland geboren mensen groter geworden. Dat is een van de conclusies van het CBS in de Rapportage Integratie en Samenleven 2022.
Voor alle herkomstgroepen, inclusief de Nederlandse, nam de nettoarbeidsparticipatie bij het begin van de pandemie af en waren meer mensen werkloos. In de loop van 2020 en 2021 vond er gedeeltelijk herstel plaats. Voor de gehele beroepsbevolking werd de eerder ingezette afname in het aandeel werklozen voortgezet. Ook de nettoarbeidsparticipatie nam toe, tot boven het niveau van voor de pandemie. Dit gold echter niet voor migranten, onder wie de arbeidsparticipatie daalde en het aandeel werklozen toenam, vooral onder 15- tot 25-jarigen. De werkloosheid daalde wel onder de tweede generatie, die zelf in Nederland is geboren en een of twee ouders heeft die in het buitenland geboren zijn. Het verschil in werkloosheid tussen de in het buitenland en de in Nederland geboren beroepsbevolking is dan ook weer gegroeid.

Toename in havo- en vwo-onderwijs zet door
Het percentage leerlingen van buitenlandse herkomst dat in de derde klas van het voortgezet onderwijs havo of vwo doet, is verder gestegen. Het verschil met het gemiddelde, dat al jaren ongeveer 50 procent is, wordt kleiner. Van de migranten volgde in schooljaar 2021/'22 34,8 procent in de derde klas havo of vwo, tien jaar eerder was dat nog 22,2 procent. Bij in Nederland geboren kinderen met een in het buitenland geboren ouder ligt het percentage op 42,1.

Vooral onder leerlingen met een Turkse of Marokkaanse herkomst nam het aandeel leerlingen dat havo- of vwo-onderwijs volgt relatief sterk toe. Onder leerlingen met een Nederlands-Caribische herkomst nam het aandeel iets af; in deze herkomstgroep is het percentage dat in het derde jaar havo of vwo doet het laagst. De Afghaanse en Iraanse herkomstgroepen vallen op met een bovengemiddeld aandeel leerlingen op de havo of het vwo.

Jongeren met Turkse herkomst hebben vaker koopwoning
Een derde van de Nederlands-Turkse jongvolwassenen van de tweede generatie woont in een koopwoning. Dat is meer dan het gemiddelde (28 procent) van alle huishoudens tot 30 jaar in Nederland. Ook in Turkije geboren migranten wonen relatief vaak in een eigen woning. Mensen van de Nederlands-Turkse tweede generatie wonen verder groter dan gemiddeld, en vaker in een eengezinswoning. Jongvolwassenen met een Marokkaanse herkomst wonen met 4 procent het minst in een eigen woning.

Relatief hoge sociale participatie Marokkaanse en Turkse herkomstgroep
Mensen met een Turkse of Marokkaanse herkomst hebben vaker dan gemiddeld in Nederland contact met buren, familie en vrienden. De Nederlands-Marokkaanse tweede generatie verleent relatief vaak informele hulp, vaker dan mensen met Nederlandse herkomst. Wel zijn zij minder vaak actief als vrijwilliger en nemen zij minder vaak deel aan het verenigingsleven. Dat geldt voor vrijwel alle herkomstgroepen. Het afgelopen decennium is contact met buren en vrienden afgenomen. Ook het aandeel mensen dat vrijwilligerswerk doet of deelneemt aan het verenigingsleven, nam af. Dit geldt voor alle herkomstgroepen, inclusief de Nederlandse.

CBS